E. considérant que l'absence d'une modernisation, d'une interconnexion et d'une adaptation suffisamment rapides des infrastructures énergétiques de l'Union, en vue de parvenir à une production énergétique et à un modèle de consommation et de transmission plus durables et plus efficaces, pourrait mettre en péril sa capacité à atteindre les objectifs énergétiques et climatiques à l'horizon 2020 - particulièrement l'objectif d'intégration et d'accroissement de la part des sources d'énergies renouvelables - et remettre en cause l'objectif à long terme de l'Union à l'horizon 2050 de réduire les émissions de gaz à effet de serre de 80 à 95 %,
E. overwegende dat, wanneer de Unie haar energie-infrastructuur niet tijdig moderniseert en bijstelt in de zin van een duurzamer en efficiënter model voor productie, transmissie en gebruik van energie, haar capaciteit om de energie- en klimaatdoelstellingen voor 2020 – met name het streefdoel voor wat betreft de integratie van hernieuwbare energiebronnen – te verwezenlijken kan worden aangetast en dat de langetermijndoelstelling van de EU voor 2050 om haar broeikasgasemissies met 80 à 95% terug te brengen daardoor dreigt te worden ondermijnd,