Art. 9. Tout artifice de joie, mis sur le marché à titre onéreux ou gratuit, ou destiné à l'être, doit comporter en plus du marquage prévu à l'article 264 de l'arrêté royal du 23 septembre 1958 portant règlement général sur la fabrication, l'emmagasinage, la détention, le débit, le transport et l'emploi des produits explosifs, la référence du certificat d'affectation délivré par le service des explosifs.
Art. 9. Feestvuurwerk dat, al dan niet tegen betaling, in de handel wordt gebracht of daartoe bestemd is, moet voorzien zijn, naast de markering voorgeschreven in artikel 264 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, van de referentie van het indelingscertificaat uitgereikt door de dienst der springstoffen.