1. Les États membres veillent à ce que lorsque dans le cadre d'une action en dommages et intérêts, l'existence d'une demande de dommages et intérêts ou le montant de l'indemnisation à accorder sont fonction de la répercussion du surcoût sur le demandeur ou de l'ampleur de cette répercussion, s
ans préjudice de la présomption commerciale selon laquelle les augmentations de prix sont répercutées en aval de la chaîne d'approvisionnement, la charge de la preuve concernant l'existence et l'ampleur de cette répercussion incombe au demandeur, qui peut raisonnablement exiger la divulg
...[+++]ation d'informations par le défendeur.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat, indien in een schadevordering het bestaan van een schadeclaim of het bedrag van de toe te kennen vergoeding afhangt van de vraag of en in welke mate een prijsverhoging aan de eiser werd doorberekend, zonder afbreuk te doen aan het commerciële vermoeden dat prijsverhogingen worden doorberekend aan een volgend onderdeel van de toeleveringsketen, de bewijslast van het bestaan en de omvang van die doorberekening bij de eiser berust, die redelijkerwijs van de verweerder toegang tot informatie kan verlangen.