Ainsi qu'elle l'a observé dans ses arrêts n 50/2004, 100/2006 et 129/2006, la Cour considère que la relation de confiance qui doit exister entre l'avocat et son client ne peut être établie et maintenue que si le justiciable a la garantie que ce qu'il confiera à son avocat ne sera pas divulgué par celui-ci.
Zoals aangegeven in zijn arresten nrs. 50/2004, 100/2006 en 129/2006, is het Hof eveneens van oordeel dat de vertrouwensrelatie die moet bestaan tussen de advocaat en zijn cliënt alleen tot stand kan komen en kan worden behouden indien de rechtzoekende de zekerheid heeft dat de vertrouwelijke mededelingen aan zijn advocaat door de laatstgenoemde niet openbaar zullen worden gemaakt.