L'article 105 du Code de la taxe sur la valeur ajoutée, visé par la question préjudicielle, dispose : « Jusqu'au 31 décembre 1999 au plus tard, le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, prendre toutes les mesures propres à assurer la bonne exécution des règlements et des directives du Conseil de l'Union européenne ou de la Commission européenne, relatifs à l'abolition des frontières fiscales au 1 janvier 1993, ainsi que l'exacte perception de la taxe.
Artikel 105 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, dat in de prejudiciële vraag wordt betrokken, bepaalt : « De Koning kan ten laatste tot 31 december 1999, bij in Ministerraad overlegd besluit, alle maatregelen treffen om een goede uitvoering van de verordeningen en richtlijnen van de R
aad van de Europese Unie of van de Europese Commissie die betrekking hebben op de afschaffing van de fiscale binnengrenzen op 1 januari
1993, alsmede om de juiste heffing van de belasting
...[+++]te verzekeren.