21. souligne l'importance de l'agriculture, qui occupe plus d'un tiers de la population active dans les pays de la rive sud, et du développement rural pour le processus de stabilisation, dans la mesure où ils contribuent, notamment dans un contexte de volatilité accrue des marchés mondiaux, aux progrès sur la voie de la sécurité alimentaire, à une formation et une répartition plus équitables du revenu, à la création d'emplois ainsi qu'à l'intégration des femmes et des petits agriculteurs dans l'économie;
21. wijst op de betekenis van landbouw, waarin in de landen van het zuiden van het Middellandse-Zeegebied meer dan een derde van de actieve bevolking tewerkgesteld is, en plattelandsontwikkeling in het stabilisatieproces, daar hierdoor, met name nu de wereldmarkten steeds ongrijpbaarder worden, wordt bijgedragen tot beter gegarandeerde aanvoer van voedsel, rechtvaardiger verwezenlijking en verdeling van inkomsten, schepping van werkgelegenheid, en opneming van vrouwen en kleine pachters in de economie;