Dans son arrêt rendu dans l'affaire C-497/01 du 27 novembre 2003, Zita Modes SARL, la Cour de Justice de l'Union Européenne a jugé que la règle de la non-livraison s'applique à tout transfert d'un fonds de commerce ou d'une partie autonome d'une entreprise, comprenant des éléments corporels et, le cas échéant, incorporels qui, ensemble, constituent une entreprise ou une partie d'une entreprise susceptible de poursuivre une activité économique autonome.
In zijn arrest gewezen in de zaak C-497/01 van 27 november 2003, Zita Modes Sarl, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat het niet-leveringsbeginsel geldt voor elke overdracht van een handelszaak of van en autonoom gedeelte van een onderneming met lichamelijke en eventueel ook onlichamelijke zaken, die samen een onderneming of een bedrijfsonderdeel vormen waarmee een autonome economische activiteit kan worden uitgeoefend.