Si des instances visées par le § 1, 1·, 3·, 4· ou 5·, participent à une association fondée en application du § 1, celle-ci peut uniquement adopter la forme d’une association sans but lucratif conformément à la loi du 27 juin 1921 accordant la personnalité civile aux associations sans but lucratif et aux établissements d’utilité publique.
Indien instanties bedoeld in § 1, 1·, 3·, 4· of 5·, aan een met toepassing van § 1 tot stand gebrachte vereniging deelnemen, kan deze vereniging slechts de vorm aannemen van een vereniging zonder winstoogmerk zoals bedoeld in de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.