Lorsqu'il n'est pas possible, pour des raisons constitutionnelles, pour un État membre d'identifier une autorité publique unique, l'identification porte sur les autorités publiques pertinentes, leur nombre étant réduit au minimum et un point de contact unique étant désigné pour communiquer avec la Commission au sujet de la mise en œuvre de la garantie pour la jeunesse.
Indien het om grondwettelijke redenen voor een lidstaat niet mogelijk is één overheidsinstantie aan te wijzen, worden de desbetreffende overheidsinstanties weliswaar aangewezen, maar wordt het aantal daarvan tot een minimum beperkt en wordt één contactpunt aangewezen om met de Commissie te communiceren over de uitvoering van de jongerengarantie.