Si l'on considère que les unités de l'armée belge interviennent de plus en plus à l'étranger, dans un cadre international, on peut se demander si le critère de distinction invoqué pour justifier la compétence des juridictions militaires, à savoir l'état de guerre, n'est pas artificiel.
In het licht van de evolutie waarbij Belgische legereenheden steeds meer in internationaal verband in het buitenland opereren, rijst de vraag of het criterium van onderscheid dat wordt gehanteerd om de bevoegdheid van de militaire gerechten te wettigen, namelijk de staat van oorlog, niet kunstmatig is.