Chaque année, le gestionnaire du matériel corporel de la banque de matériel corporel humain et, le cas échéant, de la structure intermédiaire de matériel corporel humain, communique au ministre ayant la Santé publique dans ses attributions le nombre d'unités de sang de cordon qui a été mis à disposition au cours de l'année civile précédente ainsi que le nombre d'unités qui a été demandé et distribué à des fins allogéniques au cours de ladite année.
Elk jaar deelt de beheerder van het lichaamsmateriaal van de bank voor menselijk lichaamsmateriaal en desgevallend de intermediaire structuur voor menselijk lichaamsmateriaal aan de minister bevoegd voor Volksgezondheid het aantal eenheden navelstrengbloed mee dat het vorig kalenderjaar ter beschikking werd gesteld evenals het aantal eenheden dat het vorig kalenderjaar opgevraagd en gedistribueerd werd voor allogene doeleinden.