Les arrêts de la Cour du 29 juin 2004 et de la Grande Chambre de la Cour du 10 novembre 2005 dans l'affaire Sahin c. Turquie, relative à l'interdiction faite aux étudiantes de porter le voile à l'université mettent également en balance, d'une manière analogue, les droits, intérêts et valeurs en conflit, en accordant une importance déterminante au contexte politique et religieux spécifique de la Turquie (23) .
Ook in de arresten van het Hof van 29 juni 2004 en van de Grote Kamer van het Hof van 10 november 2005 in de zaak Sahin t. Turkije, over het verbod voor studenten om de hoofddoek te dragen op de universiteit, vinden we een gelijkaardige afweging van de in het geding zijnde rechten, belangen en waarden terug, waarbij de specifieke politieke en religieuze context in Turkije van doorslaggevend belang was (23) .