Les pompiers volontaires étaient alors répartis en quatre équipes qui assuraient, une semaine sur quatre, une période de « garde » au cours de laquelle ils se devaient d'être disponibles en tout temps, sauf impératif professionnel, tant pour les missions urgentes que pour les missions non urgentes.
De vrijwillige brandweerlieden waren toen verdeeld in vier teams die één week op vier, een wachtperiode verzekerden tijdens welke ze te allen tijde beschikbaar moesten zijn, behoudens beroepseisen, zowel voor de dringende opdrachten als voor de niet-dringende opdrachten.