14. condamne le recours à tous les types de violence, particulièrement la violence sexuelle avant, pendant et après les soulèvements, et son utilisation continue comme forme de pression politique et comme moyen d'opprimer, d'intimider et d'avilir les femmes; demande aux systèmes juridiques nationaux de poursuivre ces délits avec les mesures adéquates, et souligne que la Cour pénale internationale pourrait intervenir si aucune action en justice n'est possible à l'échelle nationale;
14. veroordeelt het plegen van alle vormen van geweld, met name seksueel geweld, vóór, tijdens en ná de opstanden en het aanhoudend gebruik ervan als vorm van politieke druk en als middel voor het onderdrukken, intimideren en vernederen van vrouwen; doet een beroep op de nationale rechtsstelsels om deze misdrijven met adequate maatregelen te vervolgen, en benadrukt dat het Internationaal Strafhof zou kunnen optreden als er op nationaal niveau geen rechtsmiddelen kunnen worden ingezet;