“pâturages permanents”: les terres consacrées à la production d’herbe
et d’autres plantes fourragères herbacées, ensemencées ou naturelles, qui ne font pas partie du système de rotatio
n des cultures de l’exploitation depuis cinq ans ou davantage, à l’exclusion des superficies mises en jachère conformément au règlement (CEE) n° 2078/92 du Conseil*, des superficies mises en jachère conformément aux articles 22, 23 et 24 du règlement (CE) n° 1257/1999 du Conseil** et des superficies mises en jachère conformément à l’article 39 du règleme
...[+++]nt (CE) n° 1698/2005 du Conseil; à cette fin, on entend par “herbe et autres plantes fourragères herbacées”, toutes les plantes herbacées se trouvant traditionnellement dans les pâturages naturels ou normalement comprises dans les mélanges de semences pour pâturages ou prairies dans l’État membre considéré (qu’ils soient ou non utilisés pour faire paître les animaux).„blijvend grasland”: grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen die gedurende ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling van het bedrijf werd opgenomen, met uitzondering van de overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad* braakgelegde oppervlakten, de overeenkomstig de artikelen 22, 23 en 24 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad** braakgelegde oppervlakten en de overeenkomstig artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 braakgelegde oppervlakten; in dit verband wordt onder „grassen of andere kruidachtige voedergewassen” verstaan: alle kruidachtige planten die in de lidstaat traditioneel in natuurlijk gr
asland voorkomen of ...[+++]normaliter in zaadmengsels voor grasland worden opgenomen (ongeacht of het betrokken grasland al dan niet voor het weiden van dieren wordt gebruikt).