Les ouvrages doivent être conçus et construits de manière à ne pas constituer une menace pour l'hygiène ou la santé et la sécurité des travailleurs, des occupants ou des voisins, tout au long de leur cycle de vie, et à ne pas exercer d'impact excessif sur la qualité de l'environnement, ni sur le climat tout au long de leur cycle de vie, que ce soit au cours de leur construction, de leur utilisation ou de leur démolition, du fait notamment:
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het tijdens zijn volledige levensduur geen risico vormt noch voor de hygiëne noch voor de gezondheid en veiligheid van werknemers, bewoners en omwonenden en dat het tijdens zijn volledige levensduur geen buitengewoon grote invloed uitoefent op de milieukwaliteit of op het klimaat, noch tijdens de bouw, noch tijdens het gebruik en de sloop ervan, voornamelijk als gevolg van: