souligne que la directive relative à l’efficacité énergétique non seulement soutient l’efficacité énergétique, mais contient également des éléments permettant d’économiser l’énergie grâce à l’obligation contraignante d’économie d’énergie annuelle visée à l’article 7; souligne l’importance d’établir un objectif d’efficacité énergétique pour 2030 conformément aux objectifs climatiques lors de la COP21, afin d’atteindre nos objectifs en matière de c
limat et de réduire notre dépendance à l’égard des pays tiers; note que les bâtiments comptent pou
r 40 % de l'énergie utilisée dans ...[+++] l'Union et que 50 % de cette énergie est utilisée aux fins de chauffage et de refroidissement; souligne que l’amélioration de l’efficacité énergétique
dans les bâtiments est, par conséquent, extrêmement importante en termes de réduction des émissions de CO, d’amélioration de la sécurité énergétique, de réduction de la pauvreté énergétique et de stimulation de notre économie; exhorte les États membres à s'engager
dans des investissements de grande envergure afin d'améliorer l'efficacité énergétique en faisant appel aux fonds de l'Union, ce qui conduirait non seulement à une diminution des factures énergétiques, mais aussi à la création de nombreux emplois, et contribuerait à la réalisation des objectifs de réindustrialisation.
wijst erop dat de richtlijn energie-efficiëntie niet alleen energie-efficiëntie stimuleert, maar ook op energiebesparing uit is via de bindende verplichting tot jaarlijkse energiebesparing in artikel 7; onderstreept het belang van een streefcijfer voor de energie-efficiëntie in 2030 dat aansluit bij de klimaatdoelstellingen in het COP 21-akkoord, om onze klimaatdoelstellingen te kunnen halen en onze afhankelijkheid van derde landen te verminderen; merkt op dat gebouwen goed zijn voor 40 % van het energiegebruik in de EU en dat 50 % hiervan wordt gebruikt voor verwarmings- en koelingsdoeleinden; benadrukt daarom dat een betere energie-efficiëntie van gebouwen van het allergrootste belang is voor een lage
re CO-uitstoot, een ...[+++]grotere energiezekerheid, het terugdringen van energiearmoede en de versterking van onze economie; dringt er bij de lidstaten op aan aanzienlijke investeringen te doen ter verbetering van de energie-efficiëntie en daarbij gebruik te maken van EU-financiering, aangezien daardoor niet alleen de energierekening lager zal uitvallen, maar ook veel werkgelegenheid wordt gecreëerd en de beoogde herindustrialisering dichterbij komt.