Si l'incapacité de travail prend fin avant le 1 janvier de l'année qui suit l'année de vacances, les indemnités retenues par suite de la demande d'imputation du titulaire lui seront payées, à concurrence du nombre de jours de vacances pouvant encore effectivement être pris jusqu'au 31 décembre de l'année de vacances».
Indien de arbeidsongeschiktheid een einde neemt vóór 1 januari van het jaar dat volgt op het vakantiejaar, worden de uitkeringen, ingehouden ingevolge de aanvraag tot aanrekening van de gerechtigde, hem uitbetaald, ten belope van het aantal vakantiedagen die nog werkelijk kunnen worden genomen tot 31 december van het vakantiejaar».