Chaque appréciation portée sur un candidat pendant une période d’instruction ou de formation scolaire visée à l’article 20ter, § 2, pour laquelle il n’a pas satisfait aux critères de réussite, ou pendant laquelle il n’a pas participé à un examen ou une épreuve sans raison valable, est soumise à la commission de délibération compétente.
Iedere beoordeling uitgebracht over een kandidaat tijdens een periode van opleiding of van schoolvorming bedoeld in artikel 20ter, § 2, waarvoor de kandidaat niet aan de criteria tot slagen heeft voldaan, of tijdens dewelke hij, zonder geldige reden, niet aan een examen of test heeft deelgenomen, wordt aan de bevoegde deliberatiecommissie voorgelegd.