Ce point de vue a, dans un premier temps, été très lar
gement admis par la jurisprudence mais, par des arrêts du 29 septembre 1986, une jurisprudence contraire a été développée par la Cour de cassation, qui a estimé que « l'incapacité permanente de travail résultant d'une maladie professionnelle consiste en la perte ou
la diminution de la valeur économique de la victime sur le marché général de l'emploi; que la circonstance que la victime bénéficie d'une pension de retraite au moment où l'incapacité de travail devient permanente ou ap
...[+++]rès, ne constitue pas légalement un élément qui doit être pris en considération pour déterminer le taux de l'incapacité permanente de travail ».Dat standpunt werd aanvankelijk ruimschoots aanvaard door de rechtspraak, maar in de arresten van 29 september 1986 is door het Hof van Cassatie een tegenovergestelde rechtspraak ontwikkeld, waarin werd geoordeeld dat de blijvende arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door een beroepsziekte bestaat in het ver
lies of de vermindering van de economische waarde van de getroffene op de algemene arbeidsmarkt; dat de omstandigheid dat de getroffene, op het ogenblik dat de arbeidsongeschiktheid blijvend wordt of, daarna, een rustpensioen geniet, wettelijk geen element is dat in aanmerking komt ter bepaling van de graad van de blijvende arbeidsonges
...[+++]chiktheid ».