Art. 22. Par dérogation aux articles 8, 10, 17, 20 et 21, les différentes immobilisations corporelles ainsi que les approvisionnements et les fournitures qui sont constamment renouvelés et qui représentent une fonctionnalité quasiment constante peuvent être portés à l'actif pour une valeur fixe si leur quantité, leur valeur et leur composition ne varient pas sensiblement d'un exercice à l'autre.
Art. 22. In afwijking van de artikelen 8, 10, 17, 20 en 21 mogen de verschillende materiële vaste activa evenals de grondstoffen en leveringen die bestendig worden hernieuwd en die een zo goed als constante functionaliteit vertegenwoordigen, op het actief worden opgenomen voor een vast bedrag indien de hoeveelheid, de waarde en de samenstelling ervan niet aanmerkelijk veranderen van het ene boekjaar tot het andere.