5. Si, pour des raisons juridiques ou factuelles, l'intéressé ne peut être transféré au cours de la période de validité du document de voyage initialement délivré, les autorités de l'État membre prolongent, dans un délai de trois jours ouvrables, la validité de ce dernier ou, le cas échéant, en délivrent un nouveau ayant la même durée de validité.
5. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronkelijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verlengen de autoriteiten van de lidstaat binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekken zij, zo nodig, een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn.