L’article 22, point 2, du règlement no 44/2001 doit être interprété en ce sens qu’une action, telle que celle en cause au principal, visant à obtenir la réparation du préjudice résultant de violations alléguées du droit de la concurrence de l’Union, ne constitue pas une procédure ayant pour objet la validité des décisions des organes de sociétés au sens de cette disposition.
Artikel 22, punt 2, van verordening nr. 44/2001 moet aldus worden uitgelegd dat een vordering zoals die aan de orde in het hoofdgeding, die ertoe strekt vergoeding te verkrijgen van schade als gevolg van beweerde inbreuken op het mededingingsrecht van de Unie, niet is te beschouwen als een procedure waarin de geldigheid van besluiten van organen van vennootschappen in de zin van die bepaling aan de orde is.