5. Dans la comptabilité budgétaire, les dépenses sont prises en compte au titre d'un exercice sur la base des remboursements effectués par la Commission aux États membres au plus tard le 31 décembre dudit exercice, y compris les dépenses imputées au plus tard le 31 janvier de l'exercice suivant, moyennant les crédits de paiement mis à disposition dans le mois suivant les transferts visés à l'article 179.
5. In de begrotingsboekhouding worden de uitgaven in de rekening van een begrotingsjaar verantwoord op basis van de terugbetalingen van de Commissie aan de lidstaten tot 31 december van dat begrotingsjaar, met inbegrip van de uitgaven die uiterlijk op 31 januari van het volgende begrotingsjaar worden gedaan, ten laste van de betalingskredieten die beschikbaar zijn gemaakt in de maand die volgt op de in artikel 179 bedoelde overschrijvingen.