Le ministre fait valoir que, par ces amendements, le gouvernement a voulu établir le parallélisme entre les réclamations introduites contre les impôts d'État, et donc, une réclamation qui est traitée par le taxateur, et, la situation au niveau des impôts communaux et provinciaux en choisissant, d'un côté, le gouverneur pour les taxes provinciales, et de l'autre, le collège des bourgmestre et échevins agissant en tant qu'autorité administrative parce que chaque fois il s'agit de l'autorité qui enrôle les dites taxes.
De minister wijst erop dat de regering met deze amendementen streeft naar de harmonisatie van de behandeling van bezwaren inzake rijksbelastingen, dat wil zeggen een bezwaar dat behandeld wordt door de belastende overheid, en van de bezwaren inzake gemeente- en provinciebelastingen, door voor de provinciebelastingen de gouverneur aan te wijzen en voor de gemeentebelastingen het college van burgemeester en schepenen (dat als bestuursoverheid handelt) zodat het telkens gaat om de overheid die de belasting in kwestie ingekohierd heeft.