38. estime qu'il convient de vanter davantage aux entreprises les avantages que présentent des lieux de travail plus compatibles avec la vie de famille; recommande que les États membres préparent des lignes directrices pour les entreprises qui souhaitent adopter des mesures allant dans ce sens, en tenant compte plus particulièrement des difficultés que cela pose aux petites et moyennes entreprises (PME);
38. is van mening dat de zakelijke argumenten voor het gezinsvriendelijker maken van werkplekken nadrukkelijker voor het voetlicht moeten komen; beveelt aan dat de lidstaten richtsnoeren vaststellen voor bedrijven die dergelijke maatregelen willen invoeren, rekening houdend met de bijzondere problemen van KMO's;