«1. de prendre des mesures appropriées pour éviter l'apparition d'un déficit excesif, d'assurer, jusqu'à ce qu'une position à moyen terme proche de l'équilibre ou excédentaire soit atteinte, une amélioration du solde budgétaire corrigé des variations conjoncturelles d'au moins 0,5% du PIB par an, en remplaçant les actions ponctuelles par des mesures à caractère permanent (OG 1)».
"1. passende maatregelen te nemen om te vermijden dat er zich een buitensporig tekort voordoet; te streven naar een begrotingssituatie die op middellange termijn vrijwel in evenwicht is of een overschot vertoont door ervoor te zorgen dat het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo met ten minste 0,5 procent van het BBP per jaar verbetert, waarbij eenmalige maatregelen worden vervangen door duurzamere maatregelen (AR 1)".