3° « stable » si l'expression des caractères compris dans l'examen de la distinction et de tout autre caractère utilisé pour la description de la variété reste inchangée à la suite de multiplications successives ou, en cas de micropropagation, à la fin de chaque cycle.
3° "bestendig", indien de expressie van de kenmerken die in aanmerking worden genomen bij het onderzoek naar de onderscheidbaarheid, alsmede van alle andere kenmerken die voor de rasbeschrijving worden gebruikt, onveranderd blijft na achtereenvolgende vermeerderingen of, in het geval van in-vitrovermeerdering, aan het eind van iedere cyclus.