Art. 2. En application de l'article 52, alinéa deux, 1°, et de l'article 53, alinéa cinq, de l'arrêté du 24 octobre 2014, les veaux de boucherie doivent être gardés à l'élevage de veaux de boucherie pendant au moins 120 jours et abattus avant l'âge de huit mois pour être éligibles à la prime.
Art. 2. Met toepassing van artikel 52, tweede lid, 1°, en artikel 53, vijfde lid, van het besluit van 24 oktober 2014 moeten vleeskalveren ten minste 120 dagen op de vleeskalverhouderij aangehouden zijn en vóór de leeftijd van acht maanden geslacht worden om voor de premie in aanmerking te komen.