Art. 18. En application de l'article 125, § 3 de la loi, lorsque l'indemnité complémentaire est versée selon une périodicité telle que définie à l'article 127, § 4, 2° ou § 5, 2°, les cotisations patronales visées aux articles 117, 119 et 121 de la loi calculées jusqu'à l'âge de la pension et réparties sur le nombre de versements d'indemnités complémentaires à effectuer sont versées trimestriellement à l'institution chargée de la perception des cotisations sociales.
Art. 18. Indien de aanvullende vergoeding wordt gestort volgens een periodiciteit zoals omschreven in artikel 127, § 4, 2° of § 5, 2°, worden, in toepassing van artikel 125, § 3 van de wet, de werkgeversbijdragen bedoeld in artikel 117, 119 en 121 van de wet, berekend tot aan de pensioenleeftijd en verdeeld over het aantal nog te betalen aanvullende vergoedingen. De aldus berekende bijdragen worden per kwartaal gestort aan de instelling belast met de inning van de sociale bijdragen.