- que, dans la zone de cours et jardin, leur hauteur totale n'excède pas 3,00 m ni ne dépasse le plan incliné à 45° par rapport à l'horizontale, plan prenant naissance au sommet des murs mitoyens ou, en absence de mur, à une hauteur d'1,50 m au droit de la limite mitoyenne; cette hauteur peut être portée à 4,50 m pour le placement d'appareillages nécessaires à la pratique des jeux, dans un espace vert public ou un équipement d'intérêt collectif ou de service publictel que défini par le PRAS;
- in het gebied voor koeren en tuinen, hun totale hoogte niet meer bedraagt dan 3,00 m en het hellend vlak van 45° ten opzichte van de waterpaslijn dat loopt vanaf de top van de mandelige muren of, bij gebrek aan een muur, vanaf een hoogte van 1,50 m loodrecht op de mandelige grens, niet overschrijdt; deze hoogte kan op 4,50 m worden gebracht voor de plaatsing van toestellen die nodig zijn voor het uitoefenen van spelen, in een openbare groene ruimte of een voorziening van collectief belang of van openbare diensten zoals door het GBP bepaald;