La Commission considère que les contrats, consécutifs ou non à une commande d'un tiers, en vertu desquels une entreprise, le «donneur d'ordre», charge, suivant ses directives, une autre entreprise, le «sous-traitant», de la fabrication de produits, de la prestation de services ou de l'exécution de travaux qui sont destinés à être fournis au donneur d'ordre ou exécutés pour son compte, ne sont pas visés en tant que tels par l'interdiction édictée à l'article 85 paragraphe 1.
De Commissie is van oordeel dat de overeenkomsten krachtens welke een onderneming, de "opdrachtgever", al of niet in aansluiting op een bestelling van een derde partij een andere onderneming, de "toeleverancier", belast met het volgens zijn richtsnoeren vervaardigen van produkten, verlenen van diensten of uitvoeren van werken, welke bestemd zijn om te worden geleverd aan de opdrachtgever, dan wel voor zijn rekening dienen te worden verricht, als zodanig niet onder het in artikel 85, lid 1, neergelegde verbod vallen.