La possibilité que la partie intervenante veuille s'installer en tant qu'indépendant à titre principal pour la seconde fois et demander, à ce titre, à pouvoir bénéficier de la dérogation prévue par l'article 3, alinéa 6, du décret « Airbag », est une situation trop hypothétique pour justifier l'intérêt actuel à intervenir de D.M..
De mogelijkheid dat de tussenkomende partij zich voor een tweede keer als zelfstandige in hoofdberoep zou willen vestigen en in die hoedanigheid zou verzoeken om het voordeel te genieten van de in artikel 3, zesde lid, van het decreet « Airbag » bepaalde afwijking, is een situatie die te hypothetisch is om het actuele belang van D.M. om tussen te komen, te verantwoorden.