Quant au délai de quinze jours prévu à l'article 734bis, § 3, l'intervenant conclut qu'il est utile pour permettre de faire le point, et de revenir rapidement devant le juge en cas de désaccord, mais qu'il sera difficilement praticable, si l'on veut que l'affaire soit parfaitement en état pour la date fixée.
Spreker besluit dat het nut van de termijn van vijftien dagen waarin artikel 734bis, § 3, voorziet, ligt in de mogelijkheid om de stand van zaken te bepalen en in geval van onenigheid snel opnieuw voor de rechter te verschijnen. De termijn zal echter moeilijk toepasbaar zijn indien men wenst dat de zaak op de vastgestelde datum helemaal in gereedheid is.