Le juge a quo relève qu'en matière de vente d'un animal domestique d'espèce chevaline non destiné à un abattage rapide à des fins de consommation mais à tout autre usage tel qu'une carrière sportive, ces dispositions limitent l'e
xercice de l'action rédhibitoire de l'acheteur en réduisant à deux
maladies les seuls vices susceptibles de justifier pareille action et en imposant, sous peine de déchéance absolue, un délai de neuf jours à dater du lendemain de la livraison de l'animal pour intenter l'action rédhibitoire, alors qu'en matière
...[+++] de vente d'un animal domestique d'une espèce autre que celles visées dans la loi du 25 août 1885 et non destiné à un abattage rapide à des fins de consommation mais à une carrière sportive, tels les chiens élevés pour les courses de lévriers ou les pigeons concourant en sport colombophile, l'action rédhibitoire de l'acheteur est soumise aux conditions du régime de droit commun de l'article 1641 du Code civil, tant pour ce qui concerne la définition des vices rédhibitoires admissibles que pour ce qui concerne le délai pour intenter cette action.De verwijzende rechter merkt op dat, inzake de verkoop van een huisdier van het paardenras dat niet bestemd is voor een snelle slachting voor consumptiedoeleinden, maar voor elk ander gebruik, zoals een sportieve loopbaan, die bepalingen de uitoefening van de vordering tot koopvernietiging van de koper beperken door de enige gebreken die een
dergelijke vordering kunnen verantwoorden, te verminderen tot twee ziekten en door, op straffe van volkomen verval, een termijn van negen dagen op te leggen te rekenen vanaf de dag na de levering van het dier om de vordering tot koopvernietiging in te stellen, terwijl, inzake de verkoop van een huisd
...[+++]ier van een ander ras dan die welke worden beoogd bij de wet van 25 augustus 1885 en dat niet bestemd is voor een snelle slachting voor consumptiedoeleinden maar voor een sportieve loopbaan, zoals de honden die worden gefokt voor de windhondenrennen of de duiven die deelnemen aan wedstrijden in de duivensport, de vordering tot koopvernietiging van de koper is onderworpen aan de voorwaarden van de gemeenrechtelijke regeling van artikel 1641 van het Burgerlijk Wetboek, zowel ten aanzien van de definitie van de aanvaardbare koopvernietigende gebreken als ten aanzien van de termijn om die vordering in te stellen.