Lorsqu'un domestique est victime de la traite des êtres humains, lorsqu'il est suivi par un centre d'accueil spécialisé reconnu et fait des déclarations ou porte plainte, il doit renoncer à son statut de domestique et remettre sa carte d'identité spéciale en vue de permettre au centre d'accueil spécialisé reconnu d'introduire la demande d'obtention d'un document de séjour.
Indien een dienstbode een slachtoffer van mensenhandel is, begeleid wordt door een erkend gespecialiseerd opvangcentrum en verklaringen aflegt of een klacht indient, moet hij afstand doen van het statuut van dienstbode en de speciale identiteitskaart teruggeven, zodat het erkend gespecialiseerd opvangcentrum de aanvraag voor een verblijfsdocument kan indienen.