9. Tout État contractant peut, à tout moment, par une déclaration adressée au Secrétaire général du Conseil de l'Europe, déclarer qu'il n'entend pas se prévaloir de la faculté, prévue au paragraphe 8 du présent article, d'appliquer également les dispositions du présent article aux auditions par vidéoconférence auxquelles participe la personne poursuivie pénalement ou le suspect.
9. Enige Verdragsluitende Staat kan te allen tijde, door een verklaring aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa, verklaren dat hij geen beroep wenst te doen op de in het achtste lid van dit artikel bedoelde mogelijkheid om de bepalingen van dit artikel eveneens toe te passen op de verhoren per videoconferentie waarbij de strafrechtelijk vervolgde persoon of de verdachte is betrokken.