18. demande aux États membres d'assurer l'égalité dans la jouissance des droits civiques et dans l'accès aux services sanitaires, à l'éducation, à l'emploi et au logement, tout en respectant les droits de l'homme, le principe de non-discrimination et d'une manière compatible avec un mode de vie nomade le cas échéant;
18. dringt er bij de lidstaten op aan te zorgen voor gelijkheid met betrekking tot burgerrechten en gelijke toegang tot gezondheidsdiensten, onderwijs, werkgelegenheid en huisvesting waarbij de mensenrechten en het beginsel van non-discriminatie worden geëerbiedigd en waarbij, in voorkomende geval, wordt gelet op de verenigbaarheid met een nomadische levensstijl;