6. - Dispositions finales Art. 23. Les agréments accordés sur base des arrêtés royaux des 11 mars 1966 déterminant les mesures de sécurité à prendre lors de l'établissement et dans l'exploitation de transport de gaz par canalisations, 25 juillet 1967 déterminant les mesures de sécurité à prendre lors de l'établissement et dans l'exploitation des installations de transport par canalisations d'hydrocarbures liquides et/ou d'hydrocarbures liquéfiés, autres que ceux visés par l'article 1, littera a), de la loi du 12 avril 1965, relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, 20 février 1968 déterminant les mesures de sécurité à prendre lors de l'établissement et dans l'exploitation des installations de transport par cana
...[+++]lisations de saumure, lessive caustique et liquides résiduaires ou 9 mai 1969 déterminant les mesures de sécurité à prendre lors de l'établissement et dans l'exploitation des installations de transport par canalisations d'oxygène gazeux par le Ministre restent valables mais échoient de plein droit trois ans après l'entrée en vigueur du présent arrêté.6. - Slotbepalingen Art. 23. De erkenningen toegekend op basis van de koninklijke besluiten van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor gasvervoer door middel van leidingen, 25 juli 1967 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor het vervoer door middel van leidingen van vloeibare koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze beoogd door artikel 1, littera a), van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, 20 februari 1968 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de
...[+++] exploitatie van installaties voor het vervoer door middel van leidingen van pekel, natronloog en afvalvloeistoffen of 9 mei 1969 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en bij de exploitatie van installaties voor het vervoer van gasvormige zuurstof door middel van leidingen door de Minister blijven geldig maar vervallen van rechtswege drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.