Art. 3. Le SERV propose, conformément à l'article 9, § 1, alinéa 2, 2°, et § 3 du décret, quarante-huit candidats, à savoir vingt-quatre comme membre et vingt-quatre comme suppléant, chaque sexe étant chaque fois représenté pour moitié.
Art. 3. De SERV draagt overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, 2°, en § 3 van het decreet achtenveertig kandidaten voor, waarvan telkens vierentwintig als lid en vierentwintig als plaatsvervanger, en waarvan telkens twaalf mannen en twaalf vrouwen.