Cette position est désormais renforcée par la Charte des droits fondamentaux de l'UE (notamment les art. 3, 5, 20, 21, 24) et est reconnue dans de nombreuses prises de position politiques, tout dernièrement par la Présidence espagnole du Conseil, qui a inséré parmi ses priorités la lutte contre la violence, notamment la violence domestique, la violence sexuelle et la violence dans le travail.
Deze opvatting heeft steun gevonden in het Handvest van de grondrechten van de EU (met name artikelen 3, 5, 20, 21 en 24) en wordt erkend in talloze politieke standpunten, het meest recentelijk door het Spaanse voorzitterschap van de Raad, die in zijn prioriteiten de bestrijding van het geweld, met name huiselijk geweld, seksueel geweld en geweld op het werk heeft opgenomen.