Cette disposition violerait, selon elle, les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution parce qu'il n'existerait en l'espèce aucun motif légitime de faire cette distinction et qu'il ne peut se justifier que l'accès à une nomination à titre définitif à une fonction de promotion soit accordé à des personnes qui ne sont pas lauréates d'une épreuve d'accès à la promotion et qui n'ont exercé cette fonction que quelques mois sous le couvert d'une désignation faite sans appel aux candidats.
Die bepaling zou volgens haar de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet schenden omdat er te dezen geen enkel wettig motief zou zijn om dat onderscheid te maken en omdat niet kan worden verantwoord dat de toegang tot een vaste benoeming in een bevorderingsambt zou worden verleend aan personen die niet geslaagd zijn voor een proef voor toegang tot een bevorderingsambt en die dat ambt slechts enkele maanden hebben uitgeoefend onder de dekmantel van een aanwijzing zonder een oproep tot kandidaten te doen.