M. Vandenberghe et consorts déposent l'amendement nº 37 (do c. Sénat, nº 4-924/3) qui apporte une correction de texte visant à indiquer clairement qu'il y a deux cas dans lesquels la cour d'assises n'est pas compétente pour connaître des crimes passibles d'une peine excédant vingt ans de réclusion, à savoir lorsque ces crimes sont mentionnés dans la liste figurant à l'article 179, alinéa 2, 1º à 8º, et lorsque la chambre des mises en accusation correctionnalise un crime en vertu du nouvel article 2 proposé de la loi sur les circonstances atténuantes.
De heer Vandenberghe c.s. dient amendement nr. 37 in (stuk Senaat, nr. 4-924/3) dat een tekstverbetering bevat om duidelijk te maken dat het hof van assisen in twee gevallen niet bevoegd is om kennis te nemen van de misdaden die bestraft worden met meer dan 20 jaar opsluiting, namelijk wanneer deze misdaden vermeld staan in de lijst van artikel 179, tweede lid, 1º tot en met 8º en ingeval de kamer van inbeschuldigingstelling een misdaad correctionaliseert ingevolge het nieuw artikel 2 van de wet op de verzachtende omstandigheden.