Considérant que le Conseil Economique et Social, dans son premier considérant, s'est limité à citer l'article 2, 1., a) de l'ordonnance du 26 juin 2003 relative à la gestion mixte du marché de l'emploi dans la Région de Bruxelles-Capitale, selon lequel tout acte d'intermédiation visant à rapprocher l'offre et la demande sur le marché de l'emploi, sans que l'intermédiaire ne devienne partie aux relations de travail susceptibles d'en découler, est une activité d'emploi, en soulignant les termes « sans que l'intermédiaire ne devienne partie aux relations de travail »;
Overwegende dat de Economische en Sociale Raad in zijn eerste overweging ermede volstaat artikel 2, 1., a) van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te halen, volgens hetwelk iedere bemiddelingsdaad bedoeld om de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen, zonder dat de bemiddelaar partij wordt in de arbeidsbetrekkingen die eruit kunnen voortvloeien, een tewerkstellingsactiviteit is, waarbij de woorden « zonder dat de bemiddelaar partij wordt in de arbeidsbetrekkingen » benadrukt worden;