En cas de constitution de partie civile conformément à l'article 51, § 1, 1º, le ministère public pourra prendre, le cas échéant, des réquisitions visant à saisir la chambre du conseil au motif que la constitution de partie civile est irrecevable, soit parce que le plaignant n'a pas qualité, capacité ou intérêt à agir, soit parce que la constitution de partie civile ne remplit pas les conditions fixées à l'article 51, § 3.
In geval van burgerlijke partijstelling overeenkomstig artikel 51, § 1, 1º, kan het openbaar ministerie, in voorkomend geval, vorderen teneinde de zaak bij de raadkamer aanhangig te maken wegens niet-ontvankelijkheid van de burgerlijke partijstelling, hetzij omdat de klager niet de hoedanigheid, de bekwaamheid of het belang bezit om op te treden, hetzij omdat de burgerlijke partijstelling niet aan de voorwaarden voldoet bepaald in artikel 51, § 3.