Au point III, C, 2., il convient de lire « Lorsque l'étranger, soumis à l'obligation du visa, présente un passeport national revêtu des mentions « B11 », « B21 », « B28 », « visa délivré en application de l'article 10, alinéa 1, 2° » ou « visa délivré en application de l'article 10, alinéa 1, 3° », l'administration communale ne doit plus examiner la recevabilité de la demande de séjour puisque tous les documents requis ont déjà été produits et vérifiés par le poste diplomatique ou consulaire belge ou par l'Office des étrangers».
Punt III, C, 2. moet als volgt worden gelezen : « Wanneer een vreemdeling, die aan de visumplicht onderworpen is, een nationaal paspoort, voorzien van de vermeldingen « B11 », « B21 », « B28 », « visum afgeleverd in toepassing van artikel 10, 1 lid, 2° » of « visum afgeleverd in toepassing van artikel 10, 11 lid, 3° » overlegt, dient het gemeentebestuur de ontvankelijkheid van de aanvraag tot verblijf niet meer te onderzoeken, aangezien al de vereiste documenten reeds werden overgelegd en door de Belgische diplomatieke of consulaire post of door de Dienst Vreemdelingenzaken werden geverifieerd».