h) «résident»: le résident habituel sur le lieu où une personne passe normalement la période quotidienne de repos, indépendamment d’absences temporaires à des fins de loisirs, de congé, de visites à des amis et des parents, pour affaires, traitement médical ou pèlerinage religieux.
h) „ingezetene”: een persoon die een „gewoonlijke ingezetene” is op de plaats waar hij doorgaans zijn dagelijkse rustperiode doorbrengt, afgezien van tijdelijke afwezigheid in verband met recreatie, vakantie, vrienden- en familiebezoek, zakenreizen, medische behandelingen of bedevaarten.