« D'une part, [l'article 9] retire, voire prive [la première partie requérante] de la qualité de bénéficiaire du regroupement familial avec sa fille, de nationalité belge, établie à Liège; avec laquelle elle vit, la contraignant à la quitter; [la première partie requérante] est divorcée et ne s'est pas remariée; ses deux parents sont décédés; son fils étudie en Grande-Bretagne; elle n'a plus aucune famille proche en Iran; outre les liens très forts unissant une mère et sa fille, celle-ci est le seul membre de sa famille nucléaire avec lequel elle peut vivre.
« Enerzijds ontneemt [artikel 9] [de eerste verzoekende partij] de hoedanigheid van persoon die de gez
inshereniging kan genieten met haar dochter, van Belgische nationaliteit, wonende te Luik, met wie zij samenleeft,
waardoor zij ertoe wordt gedwongen haar te verlaten; [de eerste verzoekende partij] is gescheiden en is niet hertrouwd; haar beide ouders zijn overleden; haar zoon studeert in Groot-Brittannië; in Iran heeft zij geen enkele naaste familie; naast de zeer sterke banden tussen een moeder en haar dochter, is die laatste
...[+++]het enige lid van haar kernfamilie met wie zij kan leven.