Les dispositifs réglables de limitation de vitesse doivent satisfaire aux prescriptions applicables aux véhicules N2 et N3 énoncées aux points 1 et 2, au point 13.2 de la partie II, aux points 21.2 et 21.3 de la partie III, au point 1 de l’annexe 5 et dans l’annexe 6 du règlement no 89 de la CEE-ONU, mentionné dans l’annexe I.
Instelbare snelheidsbegrenzers moeten voldoen aan de voorschriften voor voertuigen van de categorieën N2 en N3 in de volgende onderdelen van VN/ECE-reglement nr. 89, als vermeld in bijlage I: de punten 1 en 2, punt 13.2 van deel II, de punten 21.2 en 21.3 van deel III, punt 1 van bijlage 5 en bijlage 6.