Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "vivait " (Frans → Nederlands) :

4° le décès du conjoint ou de la personne avec laquelle l'agent vivait en couple : 4 jours ouvrables à prendre dans les deux mois de l'événement;

4° het overlijden van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de ambtenaar : 4 werkdagen, op te nemen binnen de twee maanden vanaf de gebeurtenis;


4° le décès du conjoint ou de la personne avec laquelle l'agent vivait en couple : 4 jours ouvrables;

4° het overlijden van de echtgenoot of van de samenwonende partner van de ambtenaar : 4 werkdagen;


4° au père et à la mère, avec lesquels l'usager vivait au moment de son décès ;

4° aan de vader en de moeder met wie de gebruiker leefde op het ogenblik van zijn overlijden;


3° aux enfants avec lesquels l'usager vivait au moment de son décès ;

3° aan de kinderen met wie de gebruiker leefde op het ogenblik van zijn overlijden;


5° à toute personne avec laquelle l'usager vivait au moment de son décès ;

5° aan iedere persoon met wie de gebruiker leefde op het ogenblik van zijn overlijden;


Il ne faut par conséquent pas communiquer le lieu où vivait précédemment la personne qui a perdu sa qualité de sans-abri, ni son adresse actuelle ni la raison pour laquelle une prime d'installation fut éventuellement refusée.

Er moet dan ook niet worden meegedeeld waar de persoon die zijn hoedanigheid als dakloze verliest voorheen verbleef, wat het huidig adres is of waarom een installatiepremie eventueel werd geweigerd.


En 2008, 17% de la population de l'Union européenne vivait sous le seuil de pauvreté.

In 2008 leefde 17% van de bevolking in de Europese Unie onder de armoedegrens.


b) la personne qui, à la date de l'ouverture de la succession, vivait ensemble avec le défunt ou qui à la date de la donation vivait ensemble avec le donateur conformément aux dispositions du livre III, titre Vbis du Code civil ;

b) de persoon die op de dag van het openvallen van de nalatenschap met de erflater of op de dag van de schenking met de schenker wettelijk samenwoont, overeenkomstig de bepalingen van boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek;


L'une d'elles concernait un patient qui vivait depuis un an avec des pinces dans le ventre, lesquelles avaient été oubliées par un chirurgien lors d'une opération.

Het ging onder meer om een patiënt die een jaar lang met tangen in zijn buik leefde, die een chirurg had vergeten bij een operatie.


« 3° le décès du conjoint ou de la personne avec laquelle l'agent vivait en couple: cinq jours ouvrables ;

3° overlijden van de echtgenoot, van de persoon met wie het personeelslid als koppel samenleefde: 5 werkdagen;




Anderen hebben gezocht naar : laquelle l'agent vivait     lesquels l'usager vivait     laquelle l'usager vivait     lieu où vivait     l'union européenne vivait     vivait     patient qui vivait     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

vivait ->

Date index: 2022-08-16
w